Al sinds haar jeugd vormden Rosa’s dromen haar tweede – en eigenlijk echte – leven. In haar dromen voelde ze zich authentieker dan overdag en bovendien kon ze er doen wat ze zèlf wilde. Tot op zekere hoogte dan, want er waren nog wel wat haken en ogen. Zo zocht ze vaak naar een uitgang, terwijl ze zeker wist dat die er op een voor de hand liggende plek moest zijn. Ze had hem namelijk meestal direct bij het betreden van de droomruimte al gezien. Ze kon hem alleen nooit terugvinden. Anderen vonden hem wel en ontsnapten door deuren die voor haar gesloten bleven, wat ze ook deed. Of ze kwamen naar binnen en als zij dan kans zag om stiekem weg te glippen, was datgene waar ze naar op zoek was al weer onherkenbaar veranderd of gewoonweg verdwenen.
Soms kon ze meeliften in het kielzog van iemand anders. Dan keek ze haar ogen uit en voelde zich even de rijkste mens op aarde. Jammer genoeg duurden zulke gelukzalig momenten maar kort en begon de zoektocht al snel opnieuw.
Als kind al ging ze graag en vroeg slapen, want ze wist zeker dat ze ooit ‘s nachts zou vinden wat ze zocht. In haar puberteit hielp haar droomwereld haar door het moeizame dagelijkse leven. Sociaal was ze niet zo handig en ze voelde zich meestal een buitenstaander tussen haar klas- en buurtgenoten die volop in de weer waren met experimenten die kennelijk bij de puberteit hoorden, maar die zij niet zo interessant vond.
Het waren altijd grote gebouwen, zoals scholen of universiteiten, waar Rosa in ronddoolde. Intuïtief wist ze dat er een lokaal moest bestaan waar zij verwacht werd, maar vinden kon ze dat nooit. De gangen waren lang en hadden veel vertakkingen. De deuren waren hoog en zaten altijd op slot. En als ze al open konden, lag daarachter vaak weer een gang. Of een trap, die ze moeizaam beklom of voorzichtig afdaalde, om vervolgens uit te komen op weer een andere gang of op een binnenplaats zonder deuren.
Wordt vervolgd
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Powered by WordPress.com. door WPSHOWER.
Pingback: Rosa’s droomleven verklaard – I | Jokezelf
Pingback: Droomthema’s | Jokezelf
Hmm… ik zoek de ingang. Niet de uitgang.
Ik wil in de droom, niet uit de droom.
Hoe gruwelijker de droom, hoe liever ik daar in wil.
Om dan te ontdekken dat dromen geen bedrog zijn.
Deze dame zocht zowel in- als uitgangen en was ook liever in haar droom dan wakker daarbuiten.
Ik benijd mensen die zich hun dromen scherp kunnen herinneren. Bij mij vliegen ze meestal heel snel weg. Ben benieuwd naar het vervolg.