.
Zei de kleine jongen: “Ik laat soms mijn lepel vallen”.
Zei de oude man: “Dat gebeurt mij ook.”
De kleine jongen fluisterde: “Ik plas in mijn broek”.
“Dat doe ik ook”, lachte de kleine oude man.
Zei de kleine jongen; “Ik huil vaak”.
De oude man knikte: “Ik ook.”
“Maar het ergste is”, zei het jongetje, “het lijkt
alsof volwassenen geen aandacht aan me besteden.”
En hij voelde de warmte van een gerimpelde oude hand.
“Ik weet wat je bedoelt”, zei de kleine oude man.
.
Raar… beide nummers vind ik mooi maar de schrijver ervan ken ik niet eens.
Ik zie er ineens een beetje tegenop om heel oud te worden. Stel dat je zo wordt weggeschoven en dat er niemand meer tegen je praat… verschrikkelijk.
Is dat niet vaak zo? Dat de schrijver van een nummer minder (of helemaal niet) bekend is dan de vertolker daarvan?
Het is heel erg om zo opzij geschoven te worden. Ik was gisteren bij mijn moeder, die nu in een klein verpleeghuis woont. Zij is nog redelijk aanspreekbaar, maar er zitten daar mensen in een soort van ligrolstoel die zich niet meer verstaanbaar kunnen maken en die – voor zover ik kan zien- dat wel willen, maar aan wie bijna geen aandacht meer aan besteed wordt, omdat toch niemand weet wat ze bedoelen. Erg hoor. Ik hoop niet zó oud te worden.
Het lijkt een mop……maar het is gewoonweg de waarheid…..
Ja mijn moeder kwijlt een beetje en zit altijd met een zakdoek in haar hand en ze is aardig incontinent dus ik zeg altijd Mam je begint in de luiers en kwijlt en zo eindig je ook. Ze kan er (nog) wel om lachen……… gelukkig.
Het raakt me omdat het voelbaar is omschreven.