Kerstverhaal in twee delen (geĆÆnspireerd door een schrijfwedstrijd in Straatnieuws Den Haag)
Rudolf Ridder had nooit last gehad van zijnĀ naam. Hij voelde zich juist op en top een ridder en wilde graag goed doen. Hij was vooralĀ goed voor kinderen. Jarenlang speelde hij met alle buurtkindjes in de zandbak en mochtenĀ ze aan zijn baard trekken. Maar op een dagĀ begonnen de ouders hem boos aan te kijken. ZeĀ gooiden zand naar hem, en stokken. Hij moest de zandbak uit. Wegwezen!
āKomt door de media,ā had zijn vriend Jonker Wapendrager gezegd, ādieĀ maken van elk spelletje een vies spelletje.ā
Rudolf stopte met de zandbak en kocht opĀ de rommelmarkt eenĀ Pietenpak. Hij schminkte zich zwart, maar liet zijn baard zoals die was. Dat zag er wel een beetje raar uit, maar daar had Rudolf lak aan. Sindsdien liep hij ieder jaar joelend mee in de Sinterklaasoptocht en gooide pepernoten naar alle kinderen, lief of niet. Hij had zoān plezier in de optocht dat hij ook in andere optochten ging meelopen.
Maar op een dag kwam Piet groot in het nieuws. Piet bleek een slaaf te zijn en werd vreselijk gediscrimineerd en dat was natuurlijk heel erg. āMaar ik wil alleen maar goed doen,ā stamelde Rudolf.
āKomt door de media, die maken van elk spelletje een vuil spelletje,ā zei Jonker. Ze zaten op een bankje in het park. Er dwarrelde wat natte sneeuw.āHet is bijna kerst, misschien kun je je diensten aan de Kerstman aanbieden?ā
āHm’, zei Rudolf, āals wat dan? Een elf? Ik dacht het niet. En ik heet wel Rudolf en ik heb een rode drankneus, maar ik ben geen rendier, dus dat gaat hem ook niet worden.ā
āJe bent lief voor kinderen,ā zei Jonker, ādat is ook wat waard. Is hulpje van de Kerstman niks? Je hebt een prachtige baard en met die bolle buik van jou zit het ook wel goed. Roep eens ho-ho-ho?ā
āHo-ho-ho,ā lachte Rudolf verlegen.
āZie je wel?ā zei zijn vriend, āklinkt toppie, jij gaat het daar helemaal maken, wat ik je brom.ā
āWaar woont de Kerstman eigenlijk?ā vroeg Rudolf, āop de Noordpool toch? Of in Alaska? Het noorden van Canada? Groenland?ā
āOp de Noordpool, antwoordde Jonker, ā in Fins Lapland geloof ik, maar waar precies weet ik niet. Hij heeft daar een sneeuwkasteel, vlakbij de kale bergen van Korvatuntur. Maar niemand is er ooit geweest, want je kunt dat kasteel vinden als je de toegangspoort weet en daar heb je toverpoeder voor nodig. En dat, mijn beste Rudolf, is het grootste geheim ter wereld.ā
āMaar hoe moet dat dan?ā vroeg Rudolf. Ik kan wel een brief schrijven, maar het duurt weken voordat die aankomt en dan is Kerst alweer voorbij. En ik wil alleen maar goed doen.ā
āKomt door de media, die maken van elk spelletje een ingewikkeld spelletje,āzei zijn vriend. āKom op Ruud, we gaan naar de VVV. Daar kunnen ze ons vast wel helpen!ā
Lees het tweede deel
Geweldig. Ik ga als een speer naar deel II
Ja grappig verhaal en zo werkt het wel een beetje inderdaad….. ben niet zo helemaal van vervolgverhalen op blogs maar ben wel benieuwd hoe het verder gaat
Leuk, leuk! š