Bouwen met taal

Jokezelf over gisteren, vandaag en morgen

Levenslang leven

Vroeger stond ik er nauwelijks bij stil als mensen overleden. Mensen gingen nou eenmaal dood en op een bepaalde leeftijd was het logisch dat ze gingen hemelen. Natuurlijk was ik verdrietig toen mijn oma’s stierven, maar tantes en ooms stonden wat verder van mij af. Ik herinner me het overlijden van een klasgenootje in wat nu groep 6 van de basisschool is. Zij had suikerziekte, daar ging je destijds nog dood aan. Dat vond ik wel erg, maar ons, Rooms-Katholieke meisjes op een nonnenschool, was verteld dat ze het na haar dood veel beter zou krijgen. En dat ze aan de voeten van onze lieveheer zou mogen spelen. Welk kind wilde dat nou niet? Pas na mijn 14e, toen ik het geloof inmiddels had verlaten wegens volkomen onlogisch, ging ik daar anders over denken. Toch vond ik het nog steeds niet wereldschokkend dat mensen op een gegeven moment stierven. Maar hoewel doodgaan na een lang leven een gegeven is waar niemand aan ontkomt, denk ik daar inmiddels anders over. En mijn perspectief op leeftijd is veranderd. Want: hoe lang is levenslang?

De afgelopen jaren heb ik heel wat familieleden naar hun laatste rustplaats gebracht: mijn vader van vijfentachtig, mijn moeder, ook vijfentachtig, mijn stiefzoon van veertig, mijn man die dat jaar tweeënzeventig was geworden, de vrouw van een goede vriend, ook tweeënzeventig, en mijn allerlaatste tante, ver in de negentig.

Het overlijden van mijn vader in 2012 was verdrietig, maar ook een troost: hij was ernstig ziek, daar was geen kruid tegen gewassen. Het ergste vond ik zijn doodsstrijd: hij was ontzettend bang en wilde absoluut niet dood. Mijn stiefzoon was pas veertig en maakte er in 2013 zelf een einde. Dat was een vreselijke schok en een enorme opluchting tegelijk, want mijn man had zich jarenlang zorgen gemaakt en nu was gebeurd waar hij bang voor was geweest. Toen mijn man in 2015 ongeneeslijk ziek werd en ervoor koos een slaapmiddel te nemen, zodat hij langzaam weg zou glijden, was ik erg uit mijn doen, maar ik respecteerde zijn beslissing. Ik kon niet anders, want ook zijn aandoening was niet meer te verhelpen. Een paar maanden later, begin 2016, stierf mijn moeder aan de gevolgen van dementie. Ook dat was min of meer een verademing, want wij hadden haar sinds de dood van mijn vader langzaam zien aftakelen tot de angstige en soms agressieve, wild om zich heen slaande vrouw die ze was geworden. Bij de dood van mijn moeder waren mijn tranen voor mijn man, net als bij het overlijden van de echtgenote van onze vriend en bij de begrafenis van mijn tante.

Kijk ik naar mijn man en onze vriendin, dan denk ik: ‘als ik net zo oud word, heb ik nog zes jaar’. Dat is kort: 90% van mijn leven is dan al voorbij. Maar kijk ik naar mijn ouders en mijn tante dan heb ik nog minimaal twintig jaar. Ook geen heel leven meer, maar toch best nog een poosje.

Foto van Pixabay.com

In tegenstelling tot vroeger huil ik nu mijn ogen uit mijn hoofd over al die doden in mijn omgeving. Maar ook over doden van verder weg, en nog verder weg. Zelfs doden in een film of een serie kan ik niet meer met droge ogen aanzien. Emotioneel ben ik al incontinent.
En wat ik ook erg vind: ik moet steeds vaker stoppelige haren van mijn kin plukken. Ik verander in een vrouw met baard. Het komt nu allemaal wel heel dichtbij!

N.B. dit blog heb ik eerder dit jaar gepubliceerd op de website van hoe ouderen denken
Delen

18 reacties op “Levenslang leven

  1. henk50
    2 sep 2018
    henk50 – Alkmaar – Ik ben orthopedagoog/GZ-psycholoog. Vanaf 1975 heb ik gewerkt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Schrijven is een hobby en een ontspanning voor mij, vandaar dat ik het niet kan laten om dagelijks iets te schrijven, meestal ook op mijn weblog. Omdat ik zo lang in 'de zorg' heb gewerkt heb ik veel zogenaamde casuïstiek ter beschikking. Soms gebruik ik voorbeelden uit de dagelijkse praktijk op mijn weblog, maar de beschrijvingen zijn altijd vermengd met andere -vaak gedateerde - verhalen. Er komen dus geen één-op-één verhalen voor. Dat zou ook niet mogen vanwege het beroepsgeheim. De namen die ik gebruik zijn altijd gefingeerd. De pedagogische en psychologische voorbeelden hebben dus wel enig waarheidsgehalte, maar ze hebben de pretentie om toch onherkenbaar te zijn. Mocht de lezer toch iemand herkennen, dan is dat waarschijnlijk toeval. Een enkele keer zijn voorbeelden van dialogen geheel gefingeerd. Uit de privésituatie wordt slechts zeer beperkt iets vermeld, waarbij ik met name zorgvuldig om ga met fotomateriaal. De namen van mensen die reageren worden nooit door mij doorgegeven aan derden, ze blijven in mijn afgesloten Wordpress-domein.

    Kan het ook zo zijn dat we – naarmate we ouder worden – minder rennen en dus ook meer onze emoties tegen komen. Daar kunnen we proberen voor weg te lopen. Maar het kan ook een verrijking zijn dat we onszelf toestaan om meer kwetsbaar te worden.

    • Jokezelf
      2 sep 2018
      Jokezelf – The Netherlands – Gepensioneerd GZ-psycholoog (NP,) voormalig docente Nederlands. (Web)schrijfster, auteur van 'Sjeng van Dalsum, nagelaten werk'. Geïnteresseerd in theater, literatuur, kunst, fotografie, muziek, film en reizen.

      Heel goed mogelijk. Je kunt ook bijna niet meer weglopen voor je emoties als je ouder wordt, omdat je langzaamaan veel minder te doen hebt. Toen ik nog werkte, zei ik tegen mijn cliënten dat ze door het toelaten van emoties meer mens werden. Dat is ook zo, maar zo heel erg kwetsbaar zijn, voelt niet altijd even prettig.

Geef een reactie Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Informatie

Dit bericht was geplaatst op 25 aug 2018 door in Persoonlijk, Samenleving en getagd als , , , , , , , , , .

Navigatie

Mobiele versie afsluiten
%%footer%%