Mijn vader leeft niet meer. Hij overleed op 21 januari 2012, maar op een dag als vandaag komen ongemerkt toch allerlei herinneringen naar boven.
Als het op zijn kinderen aankwam, vergeleek hij vergeleek zich bijvoorbeeld graag met prins Bernhard. “Wat die kan, kan ik ook,”was een van zijn gevleugelde uitspraken. En dat klopte; in rijtjes van twee kondigden zich ook bij hem vier dochters aan.
Vaderdag werd, zeker op de kleuterschool, bij ons altijd uitbundig gevierd. We kleiden deurhangers en asbakken, knipten fotolijstjes, kleurden en plakten wc-rollen aan elkaar als pennenkoker en leerden versjes uit het hoofd om thuis aan de ontbijttafel op te zeggen. Een ‘wensje’ werd dat genoemd. De wensjes werden door de juf -in ons geval een non- met veel gevoel voor dichtkunst (echt wel!) bedacht en op een velletje papier geschreven met daarop soms een tekening die we inkleurden. Soms ook niet, dat hing af van het aantal kleuters (dat varieerde van 30 tot 46) dat ze in een bepaald jaar in de klas had.
Het gedichtje hieronder werd in 1965 opgezegd door mijn zusje Ingrid, toen vier jaar oud. Ze vind het vast niet erg dat ik het hier als illustratie gebruik.
Leuk die herinneringen hè, komt de tijd weer heel eventjes terug! 🙂
Ik kan me helemaal niet herinneren dat we bijzonder veel aan vader of moederdag deden, later wel kreeg hij sigaren en zo. Hoewel dat briefje met dat versje heel ver in mijn geheugen wel iets terug deed komen. Heeft waarschijnlijk nooit veel indruk op me gemaakt. Moederdag nog iets meer want dan hoefde mijn moeder een dag niets te doen. Leuk deze herinneringen en dat zo’n briefje bewaard is gebleven.
De versjes werden ook veelal uit het hoofd geleerd en opgezegd. Van mezelf kan ik me die versjes niet herinneren voor m’n vader, maar van de kinderen en kleinkinderen komen soms nog wel eens flarden bovendrijven op die dag.
Je hebt je vader lang mogen hebben, eigenlijk is het dus nog een beetje vers om geen vaderdag te kunnen vieren.