Afgelopen woensdag, 20 juli 2011, is Lucian Freud overleden. Hij is 88 geworden en was een van de belangrijkste, nog altijd schilderende, hedendaagse kunstenaars ter wereld.

In 2008 hield het Haagse Gemeentemuseum een overzichtstentoonstelling van zijn werk. Daarvóór had ik nog nooit van hem gehoord (maar des te meer van zijn grootvader Sigmund), laat staan iets van hem gezien. Ik was verbijsterd èn geschokt door wat ik zag, want het was mijn eerste kennismaking met de neorealistische schilderkunst. Met ingehouden adem heb ik door de zalen gedwaald. Af en toe moest ik gaan zitten om bij te komen van de intense indrukken. Want het waren geen ´mooie´ schilderijen. Geen verfijnde streken op het doek, geen weggemoffelde rimpels, wratten, vetkwabben of andere ongerechtigheden. Niks kunstzinnig gedrapeerde voiles over onaantrekkelijk geachte lichaamsdelen. Integendeel, Freud benadrukte juist de zichtbare tekortkomingen van zijn modellen. Daarbij zette hij de vuilkleurige verf dik aan, waardoor de soms meer dan manshoge portretten extra hard bij de onvoorbereide kijker binnenkomen. Hij deed niet aan mooier maken. De open en blote, lelijke werkelijkheid vond hij mooi genoeg. En die wilde hij nog wel een handje helpen ook.
Niet iedereen kan de confrontatie aan met de onverhulde, rauwe, agressief realistische manier waarop hij schilderijen maakte van de (naakte) mens in al zijn kwetsbaarheid. Een vriendin bekende dat zij door die schilderijen zo tegen haar eigen vergankelijkheid en toekomstige aftakeling aanliep, dat ze er niet meer naar kon kijken. Zij vond de portretten lelijk en werd er verdrietig van.
In mei 2008 bracht het schilderij ‘Benefits Supervisor Sleeping’ (plaatje links) op een veiling in New York 33,6 miljoen dollar (19,4 miljoen euro) op. Het hoogste bedrag dat ooit is betaald voor een werk van een nog levende kunstenaar.
Verbazingwekkend dat ik hem pas in 2008 heb ontdekt. En nu is hij dood.
=====================
Niet speciaal geschreven voor Plato’s WE 300 (precies driehonderd woorden over een woord – in dit geval verstoppen – dat niet in het stuk genoemd mag worden). Toevalligerwijs past het daar wel tussen. Lees hier andere artikeltjes met het verstopte woord.
Ik ben benieuwd of jij via de googel een paar van die gebouwen kan vinden. Want natuurlijk heeft die man zinvolle dingen gedaan, maar dan als ‘gewone’ zelfstandige. Hij bouwde, verbouwde en renoveerde particuliere huizen en andere gebouwen. En dat heeft ie natuurlijk hartstikke goed gedaan allemaal. Sigmund Freud had zes kinderen, van wie eigenlijk alleen de jongste Anna ook erg aan de weg heeft getimmerd. Zij heeft de praktijk van haar vader na diens dood verder uitgebouwd. Over de andere vijf, is net als over Ernst niet zo heel veel meer bekend dan hun beroepen, maar niet iedereen kan beroemd worden toch?
Door deze hele discussie begin ik steeds benieuwder te worden naar die vader. Die zal in zijn leven toch ook wel eens wat zinvols gedaan hebben. Of zat ie alleen maar ingeklemd tussen zijn vader en zijn zoon? Zou hij ergens misschien een paar mooie gebouwen hebben neergezet die nog steeds de moeite waard zijn. Ik ga eens googelen.