Ooit, ergens, niet eens zo heel lang geleden, leefde er een heertje dat er niet meer tegen kon. “Ik kan er niet mee tegen,” verzuchtte hij wel drie keer per week, “lawaai, drukte, harde muziek, ruzies, oorlog over de hele wereld, geweld op de televisie, files op de weg. Ik ben het wurg!”

In zijn jeugd, en ver daarna nog, had het heertje zijn moeder vele malen iemand naar de Mookerhei horen verwensen. Natuurlijk wilde het toen nog piepjonge heertje weten waarom nou juist de hei en zijn moeder had geantwoord; “Omdat naar de maan niet realistisch is en naar de pomp te dichtbij.” Hij had haar trouwens ook vaak horen verzuchten dat ze zelf het liefst in een hutje op de Mookerhei zou gaan zitten, want “daar was het tenminste rustig.” Geen wonder dus, dat het heertje er zijn leven lang van uit was gegaan dat de Mookerhei de aangewezen plek was om zich terug te trekken uit de wereld.
Toch viel dat een beetje tegen, want toen hij Wikipedia erop nasloeg, ontdekte hij dat juist op de Mookerheide in de loop van de voorbije eeuwen heel vaak oorlog was gevoerd.
Lodewijk van Nassau en Hendrik van Nassau, twee jongere broers van Willem van Oranje, vochten er in 1574 tegen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Ze verloren de strijd en overleefden geen van tweeën, net zo min als hun leger. En in 1629 verzamelde Frederik Hendrik van Oranje er zijn troepen om van daaruit te vertrekken naar Den Bosch, dat hij terug wilde veroveren van de Spanjaarden.
Er stond heel veel informatie op Wikipedia en het heertje bleef doorlezen. Zo ontdekte hij dat ook in de Tweede Wereldoorlog flink werd gevochten op de Mookerheide. Op 17 september 1944 landde daar een gedeelte van een Amerikaanse luchtlandingsdivisie. Deze had tijdens Operatie Market Garden de opdracht gekregen om onder andere de Waalbrug van Nijmegen in handen te krijgen. En in februari 1945 gebruikte een Britse legergroep onder bevel van Bernard Montgomery, deze omgeving als uitvalsbasis voor Operatie Veritable om via het aangrenzende Reichswald door te stoten naar de Rijn.
Enfin, rustig was het daar niet altijd geweest, dacht het heertje. Daar kwam bij dat er verschillende spookverhalen de ronde deden over diezelfde Mookerheide. Dat verhaal van de Bokkenrijders bijvoorbeeld, die eens per jaar naar de Mookerheide reden om de duivel te ontmoeten. En dan Jan Klaassen de Trompetter, in dat liedje van Rob de Nijs; die was ook nooit teruggekeerd van de Mookerhei.
Het heertje was er niet gerust op, maar hij had, na jaren afzien, zó genoeg van het gedoe, dat hij alle schepen achter zich verbrandde, een tentje op zijn fiets hees en richting Mook begon te peddelen. Hij had het even helemaal gehad.
Echt rustig was het vroeger niet op de Mookerhei. Dus in een hutje hoefde je daar niet te zitten voor je rust
Jaja, daar kom je niet onderuit, we willen een vervolg! 😀
O ja, die verzuchting heb ik vroeger inderdaad ook vaak gehoord maar van de mookerhei wist ik helemaal niets. Nadat ik in 2008 “in de buurt was”om de Nijmeegse vierdaagse te lopen weet ik nú dat het heertje het daar vast heel fijn gaat hebben in zijn tentje, áls hij de Schotse hooglanders niet tegenkomt tenminste.
Van alle informatie die jij hier verteld wist ik natuurlijk helemaal niéts!
Mooie combinatie van historische feiten tegen de achtergrond van de hedendaags ellende. En ja, natuurlijk toont de geschiedenis dat het niet alleen in de huidige tijd flinkt spookt in de wereld. Eigenlijk valt het tegenwoordig wel mee, behalve dan voor de werkelijk bedreigden die huis en haard kwijt zijn en die zich lang niet overal welkom voelen. Wijzelf voeren de grootste oorlogen tegenwoordig met woorden en egoïstisch stemgedrag.
Ik hoef geen vervolg. Het is een prima verhaal en het is net zo AF als de werkelijkheid die het beschrijft.
Dank je Plato. Ik vond het zelf ook een mooi rond verhaal, weliswaar met een open einde, maar dat was de bedoeling. Je kunt er van alles omheen en bij bedenken, en dat vind ik wel prettig eigenlijk. Een verhaal hoeft niet altijd helemaal uit te meanderen naar mijn idee. En wie weet, misschien komt er nog wel eens een ander verhaal over het heertje, maar dan bijvoorbeeld over waarom het heertje het heertje heet. 🙂