We zitten inmiddels alweer twee dagen in Bangkok en de laatste dagen hier gebruiken we om op onszelf de stad te doorkruisen. Dat valt niet mee, want om de twee minuten word je staande gehouden door tuktukdrivers of taxi’s die je wel even willen brengen naar waar je helemaal niet wilt wezen en voor een bedrag dat je daar helemaal niet voor wilt betalen. Met een metertaxi kost het ongeveer 60-80 baht (nog geen 2 euro) om dwars de hele stad door te rijden, inclusief verkeersopstoppingen en dergelijke. Maar sommige behulpzame chauffeurs willen best de meter voor je uitzetten, want het verkeer is wel heel erg druk en dan hoef je alleen maar die 300 of 400 baht te betalen die zij jou voorstellen, want “de meter is duur hoor”. Daar trappen wij dus niet meer in meneer Van Stoffelen.
Wij dus te voet door de stad. In eerste instantie door de sloppenwijken, want dat is het “echte” Thailand (en daar stinkt het ook met al die open riolen en golfplaten en/of bordkartonnen huisjes – hoe ze erin slagen om hun kinderen toch elke dag fris ruikend en in schone blauw/witte uniformjes naar school te krijgen, is mij een raadsel). Maar op een gegeven moment kwamen we in modern Bangkok terecht. Want al die hoge gebouwen staan daar natuurlijk niet voor niets. Wat een verschil vergeleken met wat we tot nu toe gezien hebben. Winkelcentra van een grootte en cinemacomplexen van een omvang die je in heel Nederland niet vindt. Alle merken zijn er vertegenwoordigd, de afmetingen zijn enorm en het geheel is absoluut westers. Niks eten langs de weg, of beschimmelde banaantjes op een kraampje. Hoezo arm land?
De verschillen tussen arm en rijk zijn hier ofwel heel erg groot, of de Thai zijn heel clever en trekken elke ochtend bussen met toeristisch aangeklede Thai open zodat die op zijn Volendams de oude cultuur van Thailand kunnen laten zien. (nee hoor, veel van wat we gezien hebben is super echt, alleen de toeristen krijgen het moderne Thailand niet te zien als ze op tour gaan met de reisbureau’s, want dat andere is veel folkloristischer en je schiet er leukere plaatjes van).
Verder hebben we met de expressboot de rivier afgecrosst en zijn we met de monorail verder de stad in gegaan. Wat een stad; wegen en monorail verheffen zich hoog boven het dagelijkse gebeuren en de gebouwen zijn megalomaan en soms meer dan honderd verdiepingen hoog. Las ik toch vanochtend in de Bangkok Post dat die 70% van die gebouwen verstevigd is met plastic en alumium, Erg brandgevaarlijk lijkt mij (en de verslaggever ook). De wetgeving op dat gebied moet nog van de grond komen.
Wat wel al van de grond is gekomen is wetgeving over gevaarlijke kruiden en planten. Ook vanochtend in de krant; gember, chilli’s, citroengras en nog een aantal van in totaal 13 inheemse en veel gebruikte planten, zijn in de ban gedaan omdat ze gevaarlijk zouden zijn. Heel het land op zijn kop, want dat zijn nou juist de ingredienten die hier in allerlei traditionele en veel gegeten gerechten worden gebruikt. Zetten ze erbij dat je ze wel gewoon kunt blijven gebruiken voor het eten, maar dat ze alleen gevaarlijk zijn bij het bereiden van de plaatselijke medicijnen. Land nog meer in rep en roer, want die medicatie gebruiken ze al eeuwen. Kortom; pudding!
Nog twee dagen en dan zit het erop. Aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant zijn we nu eigenlijk wel klaar hier. Vier weken! Het is een hele tijd hoor. Maar goed, ons hoor je niet klagen.
Geef een reactieReactie annuleren