Trainingen

Er zijn overal trainingen voor, dus ook voor met pensioen gaan. Mijn ouders deden dat al in 1992: zij gingen een week intern met een hele ploeg andere stellen en hielden daar vrienden en leuke herinneringen aan over. Maar ik vond dat ik -als ouderenpsycholoog en dochter van mijn ouders- geen cursus hoefde toen ik, twee jaar voor mijn pensioen, stopte met werken om, samen met mijn man, lekker te gaan reizen.
AOW-gerechtigd.
Nu trek ik alweer twee jaar echt van Drees, maar ik had het een paar jaar daarvoor veel te druk om te bedenken wat ik nog kon doen in de jaren die voor me liggen, want mijn man werd ziek en ging dood. Dat reizen ging dus niet door. Eerst moest ik mantelzorgen en daarna zijn begrafenis en de nalatenschap regelen. Die nalatenschap was nog wel een dingetje, omdat hij uit een beroemde kunstfamilie kwam die met hem was uitgestorven en de berging vol stond met dingen die naar musea en het Instituut voor Cultureel Erfgoed moesten. Toen dat geregeld was, kocht ik een appartement in mijn vorige woonplaats, ging ik verhuizen en moest ik onze gezamenlijke woning verkopen.

In mijn huidige woonplaats paste ik een of twee dagen in de maand op mijn kleindochter en besloot ik een biografie te schrijven over mijn overleden echtgenoot, Sjeng van Dalsum. Die was kunstschilder geweest en had nogal wat schrijvenswaardigs meegemaakt.
Nieuwe mensen en rouwtherapie
Tegelijk bedacht ik dat ik ook nieuwe mensen moest leren kennen om niet te verstoffen. Dus werd ik vrijwilliger bij het schooltje van Dik Trom, ging ik meedoen aan Kunstgenoten in Beweging en meldde ik me aan voor een 50+ studiekring in onze plaatselijke bibliotheek. En o ja, de buren vroegen of ik misschien voorzitter wilde worden van onze Vereniging van Eigenaren. Na een jaar aarzelen heb ik dat uiteindelijk gedaan.
Tussendoor volgde ik een schriftelijke rouwtherapie, want ik kwam met geen mogelijkheid door de documenten heen die ik nodig had voor mijn boek over Sjeng. Die therapie hielp wel een beetje, dus kon ik, al was het vaak huilend, verder met mijn research.
AOW = tijd tekort
Iedereen die met pensioen gaat, is bang om in een gat te vallen, maar na korte tijd zal iedereen die met pensioen is, je vertellen dat hij of zij tijd tekort komt. Ik dus ook. Lang verhaal kort; dat boek heb ik geschreven en er een tentoonstelling van Sjengs werk omheen georganiseerd. Ondertussen dus mijn kleindochter en dat vrijwilligerswerk. Ik zat/zit onze VvE voor, maakte een website en een Facebookpagina en stuur driemaandelijks een nieuwsbrief rond. Voor het Schooltje van Dik Trom ontving ik bezoekers, houd ik de Facebookpagina bij en maak ik de verslagen van de maandelijkse vrijwilligersbijeenkomsten. Eens per veertien dagen naar de studiekring en af en toe een ochtend naar Kunstgenoten.
Nieuwe knie en alsnog dat gat
Dat is op zich wel genoeg, zou je denken, maar eind vorig jaar moest ik een nieuwe knie. En daarna viel ik toch nog in dat gevreesde gat. Ik vond er niets meer aan, deed het vrijwilligerswerk met tegenzin, stelde alles uit wat ik van plan was en wilde met alles stoppen. Zat soms uren te huilen of in de verte te staren en er kwam niets meer uit mijn handen. Dat laatste is een tikkie overdreven, want terugkijkend, heb ik genoeg gedaan, ook leuke dingen zowel binnens- als buitenshuis, maar mijn gevoel zei anders.
Workshopje dan maar?
Toen zag ik in een nieuwsbrief van mijn pensioenvereniging dat er een workshop ‘met pensioen gaan’ werd gegeven. Dat leek mij wel wat nu ik niet meer wist wat ik moest doen. En mijn vriendin had er ook wel zin in. Haar hoor ik al tien jaar twijfelen over hoe ze haar tijd na haar pensioen is gaat inrichten. Doorwerken, vrijwilligerswerk, schilderen, wandelen, sporten? Ze had geen idee. Haar pensioen gaat binnenkort in en zij heeft intussen een verzoek ingediend om door te mogen werken. En ik, sprak oma, was vorige week ineens aan het uitzoeken hoe ik mijn eigen vak opnieuw zou kunnen oppakken. Gekkenwerk natuurlijk, want ik was blij toen ik stopte. Vooral vanwege de papieren rompslomp die mijn tak van sport erg vervelend maakt en de leuke, andere, dingen die ik vanaf toen kon gaan ondernemen.
Enfin, ik naar die workshop om te kijken wat ik daar, als ervaringsdeskundige, nog kon opsteken.
(klik hier voor deel 2)
Ze moeten wát he, ooit ook naar zo’n voorbereidingsweer geweest ergens in de buurt van Bergen aan zee, heerlijke week gehad, niet geleerd dat ik niet al wist maar oke, als gratis vakantie met wat verplichtingen toch erg geslaagd.
Je energie is te bewonderen, je stopte mer werken en ontwikkelde je als een jongvolwassene. 🙂 Geen wonder dat je alsnog een terugval had.
Je zult niet lang stilzitten, verwacht ik.
Graag het vervolg!
Interessant verhaal! Een vervolg zou ik op prijs stellen. O! Ik heb even op de website van het Schooltje van Dik Trom gekeken (ik geloof dat mijn eerste eigen boek Dik Trom was, of Pietje Bell, een van de twee) en ik las de korte biografie van Kievit. De ‘Johan’ in zijn voornaam snap ik, maar weet jij waar die ‘C’ voor stond?
Zeker weet ik dat. C. was van Cornelis. Zijn doopnaam was Cornelis Johannes. Waarom hij zich Johannes noemde en de C. toch liet staan, weten we niet.
Dank je!
Misschien heb je wel te vroeg en te snel gepiekt. Ben benieuwd of ze je nog iets kunnen leren. Misschien is het wel andersom. 😉
😄😄