Omdat we zoveel rijden en niet lang ergens blijven, herinner ik me niet alles van waar we zijn geweest. Ik doe maar een greep hier en daar. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Kan ik later in ieder geval zien waar ik ben geweest.
Het oudste gedeelte van San Diego (Old Town genaamd, wat voor zichzelf spreekt) is opgericht door het restant van een groep van 500 Mormonen die maanden- zo niet jarenlang- samen met een paar vrouwen (voor de keuken en de was), vanuit Utah naar de grens met Mexico waren komen lopen, om daar het land te verdedigen en oorlog te voeren tegen de Mexicanen (of de Spanjaarden die Mexico als kolonie wilden behouden, daar wil ik vanaf wezen). Tegen de tijd dat ze eindelijk bij de grens waren aangekomen, waren hun kleren tot op de draad versleten en was de oorlog net afgelopen (zielig hoor). Ze besloten daar maar te blijven en een nederzetting te bouwen, wat ik persoonlijk erg verstandig vind, want teruglopen zou weer zo'n lange tijd duren. Met die paar vrouwen hebben ze toen meteen maar een hele stad gesticht. Een bloeiende zelfs. Met mooie oude huisjes en winkeltjes, een handelspost van Wells Fargo, de eerste als ik mij de informatieborden goed herinner, en een hacienda waar groente en fruit werden verbouwd en de geiten en een enkele koe rondliepen. Sjeng heeft er – bij een vrouwtje in klederdracht (jaja de Zaanse Schans en Volendam zijn er niets bij)- een paar moccasins van echt moose leer gekocht. Helemaal het heertje, vooral als hij ze aanheeft met blote voeten onder een spijkerbroek.
Door de enorme regenval (op sommige plaatsen is wel 15 inch = 45 cm water naar beneden gekomen) konden we - ook na onze omweg via San Diego – niet langs de historische autoroute naar het noorden rijden. Hele stukken weg waren weggeregend, bruggen ingestort en rotsblokken op de weg gevallen. Daardoor waren er nogal wat wegen afgesloten. Het stuk tussen Santa Maria en Monterey, waar de Big Sur en nog een toeristisch hoogtepunt liggen, was niet begaanbaar en zou dat de eerste maanden ook niet meer worden. Geadviseerd werd om via de gewone snelweg te rijden. Die was ook scenic, aldus de paatstelijke bevolking.
Die snelweg was geen succes, omdat het verkeer daar zo hard rijdt, dat het mooie en passant aan ons voorbij vloog. Dus besloten we van de weg te gaan en gewoon door de bergen te rijden. Daar was veel minder verkeer. Dat we mogelijk een roadblockje, of twee, drie, tegen zouden komen, namen we op de koop toe. Dan maar een stukje om. Mooie bergen, prachtig waterval vanuit een reservoir. Kwamen een mannetje tegen dat daar werkte. Bleek van de Philippijnen te komen en hier te wonen en te werken. Hij grijnsde van oor tot oor toen ik zei dat hij een lucky guy was. Enthousiast schudde hij ons de hand en vond dat we geen omweg moesten maken, maar gewoon rechtstreeks naar San Fransisco moesten rijden, want onderweg zagen we toch alleen maar bomen en bergen (er ligt daar inderdaad heel veel berg).
Onderweg bleken een paar wegen ovrstroomd, maar wel begaanbaar, er was een brug gesloten en een weg geblokkeerd. Onze Neverlost snapte er niks van, maar wij reden gewoon om, op aanwijzing van de plaatselijke bevolking en met behulp van een ouderwetse kaart.
Kolossale bergen, mooie vergezichten, prachtige dalen. Landerijen met witte hekjes eromheen. High Chaparral (kennen jullie die nog?) was er niks bij. Onderweg stadjes die zo uit een cowboyfilm leken te komen. Met hier en daar een heuse Rabobank. Deze stond in Julian. Tistognieteglove!
Dasooktoevallig.
Dezelfde route via Highway one hebben wij in 2006 afgelegd, maar dan van noord naar zuid en met een bezoek aan Las Vegas.
Dat was ook genieten!