’s Morgens
Meestal staat de wind al verkeerd bij het opstaan. Terwijl hij haar helpt met wassen en aankleden, maait zij om zich heen en gilt en schreeuwt alsof ze wordt mishandeld. De buren zijn wel eens geschrokken komen kijken wat er aan de hand was. Hij krijgt het warm als hij daar weer aan denkt. Alsof hij zijn Lief zou mishandelen. Na bijna 60 jaar huwelijk. Het idee alleen al!
Tijdens het ontbijt voert hij haar -hap voor hap- een brokje brood of een lepel pap. Zij doet dan grommend haar best om alles uit zijn handen te slaan. En terwijl hij het huishouden probeert te doen en ze daarna samen koffie drinken, zit zij aan één stuk door te schelden. Wat hij ook doet, het is nooit goed.
’s Middags
Tussen twaalf en één doet zij een dutje in haar stoel en haalt hij gauw de boodschappen. Dan heeft hij even rust. Niet echt natuurlijk, want hij laat haar niet graag alleen. En als hij terug is, begint het opnieuw. Hij doet net of hij niets hoort, zet thee en maakt, uiterlijk kalm, hun boterhammen klaar. Hij aait haar liefkozend over haar witte haar, maar toch levert het eten opnieuw een verbeten strijd op.
Na de lunch hangt hij de was op, schilt aardappelen, maakt groente schoon, bakt vlees of een visje, en al die tijd zit zijn meisje op de achtergrond tegen hem te vloeken en te tieren.
Maar als ze samen – zij in haar rolstoel – een rondje door het park wandelen, is ze stil en kijkt ze met grote ogen om zich heen, haar handen tegen haar mond.
’s Avonds
Tijdens het avondeten is het weer van dik hout; wat hij allemaal naar zijn hoofd geslingerd krijgt, wil niemand weten.
Om negen uur brengt hij haar naar bed. Een heel gevecht, vooral omdat ze dan haar pillen moet innemen. Maar als ze er eenmaal in ligt, zit hij vertederd naast haar bed en kijkt hoe ze slaapt. Zijn grote liefde, zijn steun en toeverlaat, de moeder van zijn kinderen. Ze hadden het zo goed samen. Dat het nou zó moet eindigen.
Heftig mooi.
hoe komt zoiets nou ?