Zó zit je in Amerika en zó vraagt het leven van alledag je volledige aandacht. Voor je het weet, zit je er weer middenin.
Zondag thuiskomen met jet-lag, vuile was uit de koffer halen, stapels post doornemen, de achterstallige kranten doorbladeren, tijdschriften op een stapeltje voor later, en een beetje bijslapen waardoor je s nachts -klaarwakker- ligt te rekenen hoe laat het in San Fransisco is.
Maandag wasje draaien en nog een wasje draaien, boodschappen doen, weer een beetje bijslapen en je mails -heel veel mails- lezen. De koffer nog niet eens helemaal uitgepakt.
’s Nachts wakker liggen, maar dinsdag weer gewoon aan het werk. Je mails -heel veel mails- lezen, post doornemen, cliënten ontvangen, vergaderinkje bijwonen. Alsof je niet weg bent geweest. Eenmaal thuis voor de buis in slaap vallen en ’s nachts weer schapen tellen.
Woensdag tandarts en kapper, als een soort knipperlicht slapen en donderdag weer werken. Nu is het alweer vrijdag, moet mijn koffer toch echt helemaal leeg, moet ik betalingen doen, mijn administratie uitzoeken en opbergen en de boodschappen voor het weekend binnen halen in een dorp dat letterlijk bol staat van het toeristische bollenplezier dat dit weekend losbarst.
En vooral; ik moet veel -heel veel- bijlezen. Vakantie je zal het maar hebben ;-)!
Pfoe, daarom zeggen ze ook vaak: “ben alweer aan vakantie toe…” 🙂