“Zeg, hoor es… ik heb nou wel gezegd dat ik met je mee zou gaan, maar eigenlijk durf ik niet meer.” Haar stem klinkt hoog. Arend kijkt op van zijn krant. Zijn stem klinkt sussend.
“Er komen gewone mensen zoals jij en ik. Er zijn hapjes en drankjes aan de bar, je kunt met elkaar praten, er is een demonstratie en verder wordt er gespeeld. Dan kun je kijken.” Margreet verbleekt.
“Maar wij gaan daar toch niet spelen hè?”
“Nee, wij niet.” Arend kijkt haar strak aan en ze gelooft hem op zijn woord. Toch voelt ze zich misselijk en het rommelt haar buik. Maar, stelt ze zichzelf gerust, Arend is absoluut betrouwbaar. Hij zal haar niet in een situatie brengen die ze niet wil.
Tegen achten verkleden ze zich. In zijn zwartleren broek is Arend op slag een andere man. Hij kijkt zelfs anders. Ook Margreet verandert van gedaante: korte rok, netkousen, zwart topje. Rouge, lippenstift. Een ketting met rode steentjes. Haar schoenen zijn nieuw; fantastische pumps met loeihoge hakken. Arend pakt zijn koffertje. Haar moed zinkt ter plekke in haar nieuwe schoenen en ze begint zenuwachtig te lachen.
“Neem je je kóffertje mee?” hinnikt ze verontrust. Arend schiet in de lach.
“Ja natuurlijk!”
“Waarom moet dat?”
” Dat hoort zo…” lacht hij, “maar er gebeurt niks.”
“Neemt iederéén een koffertje mee?”
“Ja.” Ze vraagt niet verder, maar blijft in een zenuwachtige lachkramp. Zijn koffertje gaat mee! En zij zou daar niks hoeven… waarom moet dat koffertje dan mee?
In de lift naar beneden krijgt ze de slappe lach en Arend lacht mee. Die vindt haar nervositeit wel grappig. Hij zoent haar op haar wang.
“Mallerd, maak je niet druk. Het is gewoon een gezellige avond met gelijkgestemden en er wordt voorlichting gegeven over zwepen.” Nu heeft ze het helemaal niet meer:
“Zwepen?” hijgt ze, ” wat gaan ze doen dan?”
“Nou, precies weet ik het ook niet, maar er is daar iemand die vertelt hoe dat gaat”. De pijn in haar buik wordt erger. Misschien moet ik maar weer naar boven, denkt ze, lekker met een boekje op de bank.
Vlakbij het opgegeven adres wijst Arend op een stevig gearmd stel, allebei gehuld in zwart leer. De man draagt een koffertje.
“Kijk die gaan er ook heen”.
“Hou maar op…,” zegt Margreet, plots weer trillend, “ik hoef niet meer… ik ken dat, ik kan geen nee zeggen en dan doe ik toch dingen die ik niet wil. We gaan terug!” Arend zoent haar neus en verzekert haar opnieuw dat ze alleen gaan kijken. Dat koffertje neemt iedereen mee naar een meeting voor het geval dat… en dat geval gaat bij hen niet op, maar bij anderen misschien wel.
“Maar het zijn vast allemaal mooie jonge mensen, net als die twee daar”, zegt ze, niet overtuigd, “daar pas ik toch niet tussen? En ik kan mijn lachen vast niet houden. Straks ga ik nog giebelen!” Haar stem breekt, haar ogen worden vochtig. Arend lacht en zegt niets.
Tegelijk met het jonge stel komen ze bij de deur. Die zwaait als vanzelf open. In het kleine zwartgeverfde halletje staat een grote man in een leren harnas. Een zwart masker op zijn hoofd.
“Weest welkom,” bromt hij door het masker heen. Zijn stem klinkt best vriendelijk, denkt ze, terwijl Arend haar een klein duwtje in de rug geeft. Griezelend stapt ze over de drempel.
N.B. Eventuele gelijkenis met bestaande personen berust op toeval
O het is al klaar! Ik dacht t gaat wel verder. Is zeker voor onze eigen fantasie? 😉
Dank je voor je reactie op mijn blog! 🙂
xxx Kati
ik herken m nog, maar hij is goeeeeeeed!!!!!
Danku!
Haha, ieder zijn meug hoor. Een super goed geschreven verhaal, je voelt haar nervositeit en buikpijn zowat… Komt er een vervolg op? 😉
Ik zou het kunnen proberen…
Oh, wat vreselijk! Wel keigoed geschreven, hoor.