Ik wil er niet in en vervolgens wil ik er niet uit.
Mijn bed bedoel ik. ’s Avonds ben ik veel te fijn aan het lezen, puzzelen of computerspelletjes aan het doen en ’s morgens lig ik te lekker in dromenland om bij het eerste geluid van de wekker uit de lakens te kruipen. Dus die wekker gaat op sluimerstand en dan nog een keer, tot ik uiteindelijk – zo tegen tienen of net daarna – denk;
“Nou is het wel genoeg geweest. De dag begint niet vanzelf, je moet opstaan!”
Tja, dat gebeurt dan ook wel, maar zo traag als (om een ‘verstandige’ uitspraak van mijn overleden moeder aan te halen) dikke poppenstront, terwijl de klokken in mijn huis mij subtiel attenderen op de verstrijkende tijd. Zonde, want de ochtend is voorbij voor ik het in de gaten heb.
Nou ben ik al enige tijd gepensioneerd, dus op zich hoef ik niet zoveel, maar uit ervaring weet ik dat je heel gemakkelijk je dagritme verandert als je aan je slaapgewoonten rommelt.
Want moet je doen om voldoende slaap te krijgen, volgens de geleerde wetenschappers?
Regelmaat toepassen, dus elke dag op dezelfde tijd naar bed en op hetzelfde uur weer opstaan (nee lieve taalpuristen, niet meteen nadat je naar bed bent gegaan, maar de volgende dag), vóór middernacht gaan slapen en ervoor zorgen dat je tenminste 6 uur effectief slaapt.
En dat soms eindeloze wakker liggen dan? Als dat het geval is, ga je er uit en doe je 20 minuten iets anders. Dan je bed weer in en als het dan weer niet gaat, opnieuw 20 minuten uit bed gaan, net zolang tot het lukt.
Enfin, het werkt echt, maar het blijft – zelfs voor een voormalig psycholoog – ingewikkeld om je gedrag te veranderen
Herkenbaar, Joke. Ik heb overigens ook nog wel een regelmaat, maar een verschoven regelmaat. Eén uur naar bed, half negen opstaan.
Dat is nog netjes. Mijn wekker staat op half negen, maar opstaan is iets anders 😌
Ik voel mij ook het best met regelmaat, maar nu het vakantie is, loopt het weer de spuigaten uit. Pas tegen de middag kom ik op gang. Mijn tijd verdoe ik vooral met lezen: ’s avonds en ’s morgens… in bed nog wel. Ook soms midden de nacht als ik wakker lig. Het is niet erg, ik heb vakantie. Maar o wee wat zal dat worden als ik binnen 9 maanden op pensioen ga. Zorgen voor later.
“Men” vindt tijd verdoen ook niet erg is als je gepensioneerd bent. En een of twee uur later dan in mijn werkzame leven vond ik ook wel lekker, maar mijn halve dag verlummelen…
Maar waarom zou je? Ik bedoel, een afwijkend dag- en nachtritme is toch ook regelmaat? Ikzelf ben een uitgesproken nachtmens, altijd geweest. Met de kippen van stok in bed en tegen het middaguur eruit. Slaap ik dan idioot lang? Nee hoor, gewoon een uurtje of zeven en naarmate ik ouder word kan ik met minder slaap toe. Wel ben ik zo slim (geworden) dat als ik een tijdje op een christelijke tijd uit bed moet, ik me daaraan stapsgewijs laat wennen. Ik moet lachen om mezelf als ik zo’n schemaatje zit te maken. Maar het helpt! 🙂
Gedurende mijn 45 jaar werkzame leven moest ik standaard tussen 7 uur en half acht de deur uit. Achteraf denk ik dat dat niet paste bij mijn bioritme.
Dat klopt allemaal, maar ik ben van nature een ochtenddienst en kan maar niet wennen aan een korte ‘overdag’.
Regelmaat is ook mijn stelregel.
Dat ik daarbij ook geregeld last heb van Dysthymie maakt dit nog eens belangrijker.
Stille groet,
Is absoluut waar, oftewel; been there, done that.