Volgende week gaat de wintertijd weer in. Van 30 op 31 oktober gaat de klok een uur terug.
Vroeger (vóór de invoering van de zomertijd in de jaren zeventig van de vorige eeuw) maakte ik korte nachten. Ik was zowel een ochtend- als een avondmens. Ik stond vroeg op en kon ’s avonds niet goed in slaap komen. In totaal sliep ik vaak niet meer dan vijf à zes uur per nacht. Maar ik bleef er toch redelijk vrolijk en alert bij, al vond ik slapen een van de lekkerste bezigheden die ik had en had ik graag wel eens een uurtje meer getukt dan dat mij gegund was.
Sinds de invoering van de zomertijd is dat anders. Ik ben al die jaren systematisch slaap tekort gekomen, waardoor ik tegenwoordig –gek genoeg- veel langer slaap. Op zich is dat heerlijk, maar vaak ook wel lastig. Vooral ’s avonds. Ik slaap, als het even kan, bijna het klokje rond, sta om half zeven op en lig er tegen half tien weer in. Half tien naar bed is voor een volwassene erg vroeg, maar daar heb ik lak aan. Ik heb die uren slaap hard nodig om te functioneren. Maar door die halfjaarlijkse veranderingen, is mijn bioritme volledig van slag. In de zomertijd moet ik voor mijn gevoel veel te vroeg opstaan (als het half zeven is, is het in wintertijd pas half acht), maar mag ik wel lekker op tijd er weer in (half tien is in wintertijd pas half negen). In de wintertijd is het andersom; ’s morgens mag ik blijven liggen (half zeven is dan al half acht volgens het zomersysteem), maar ik moet wel langer opblijven, want voor mijn gevoel is mijn bedtijd van half tien dan al half elf.
Ieder jaar heb ik bijna een half jaar nodig om mijn bioritme aan de zomer- of wintertijd aan te passen. Tegen dat ik gewend ben, draait het systeem weer om. Gillend gek word ik ervan, en moe en chagrijnig en mopperig. Vooral in de wintertijd gaat mijn systeem helemaal op tilt. Want als ik voor mijn gevoel langer op moet blijven (een volwassene gaat nu eenmaal niet al om half negen naar bed), raak ik over mijn directe slaap heen en lig ik soms uren te woelen en te draaien voordat ik de slaap kan vatten. Dus dan kom ik uren tekort en kan ik in de volgende ochtend mijn bed helemaal niet meer uitkomen. Kannu het nog volgen? Zomers gaat het wat beter. Dan past mijn ritme zich in een maand of vier al weer aan en heb ik nog twee maanden waarin ik mij ‘gewoon’ voel.
Dus wat mij betreft, afschaffen die rare kunstmatige tijdsinstellingen. Zomertijd aanhouden, of wintertijd. Maar dan wel consequent het hele jaar, zodat ik mijn biologische tijdklok daaraan kan aanpassen. Is er een politieke partij die daar een motie over kan indienen s.v.p.??
Geschreven voor zeuren op zaterdag, een inititatef van Melody-Music.
Elke week geeft Melody het thema op van de volgende week. Zeur er naar hartelust over. Leef je uit, houd je niet in en je gezeur af met de door jou gewenste -positieve- oplossing.
We zijn nu een week verder, en omdat ik vooral ’s avonds werk breekt het me nu wel op merk ik. Vandaag dus maar een lui dagje!