Aan de hand van haar drie jaar oudere zus huppelde de zevenjarige Anja die eerste schooldag in 1936 vanuit hun nieuwe huis naar de nieuwe school.

De Pestalozzischool was een ‘deftige’ meisjesschool, waar je al heel jong Frans leerde, met een directrice die alle kinderen elke morgen bij de deur een hand gaf. Ze vond het raar, want op haar oude school hoefde dat niet. Ze liet de hand van haar zus los en liep snel de trap op naar boven, waar ze haar nieuwe klaslokaal vermoedde. Halverwege werd ze teruggeroepen;
“Meisje Geestman”, klonk het bars, “kom eens terug”. Onwillig stampend liep ze de trap weer af.
“Waarom geef jij geen handje als je binnenkomt?”
“Gewoon, juf, weet ik niet.”
“Jij kijkt brutaal uit je ogen meisje, dat kan hier niet. Neem een voorbeeld aan je zus, die is veel liever.”
Anja’s ogen werden donkerder. Ze dacht: ‘Ik zweer het, als ik een klap krijg, schop ik dat mens tegen haar been.’ Maar nadat ze, haar hoofd gebogen, toch de hand van de vrouw had aangepakt, mocht ze opnieuw de trap op. Eenmaal boven bleek ze in de klas te zitten van een lieve en aardige, lange, magere juf die door de kinderen ‘de stopnaald’ werd genoemd. Daar moest ze erg om lachen.
***
Prachtig verhaal! Mooie bijnaam had die juf.